Er zijn pre-historische sporen gevonden die aangeven dat al ongeveer 200 miljoen jaar geleden de enorme wouden waren overwoekerd door de Vitis Vinifera (vertaling: wijndragende wingerd). Onze wijnranken behoren tot dezelfde familie als deze sporen uit onze geschiedenis en dat maakt de bron van alle wijnen ouder dan de mensheid. Alle onze wijnen komen voort uit een wijnrank en haar vruchten.
De vroegste aanwijzingen voor wijnproductie komen uit Mesopotamië (het huidige Midden Oosten) waar enorme kruiken met wijnresten zijn opgegraven. Dit gegeven, samen met gevonden teksten in spijkerschrift, dateren de oudst bekende wijnproductie op circa 5000 voor Christus. Ons woord voor wijn vindt zijn oorsprong in het Sankriet waar ‘vêna’ staat voor ‘geliefd’. Dit woord werd door de geschiedenis gebruikt door de Hettieten (wee-an), Hebreeën (vayin), Oude-Grieken (woinos), Romeinen (vinum), Greorgiërs (gvino), Kelten (gwinium) en Ethiopiërs (wain). Tegenwoordig wordt nog steeds een afgeleide van dit woord in vrijwel alle talen.
In het Christendom komen we het navolgende tegen in Genesis 9: 18-25 over wat Noach deed na afloop van de zondvloed toen hij lande met de Ark. ‘De zonen van Noach, die de Ark verlieten, waren Sem, Cham en Jafét. Cham was de vader van Kanaän. Dit waren de drie zonen van Noach en door hen werd de hele aarde bevolkt. Noach begon het land te bebouwen en plantte een wijngaard.’ Verder wordt in de bijbel meer dan eens verwezen aan wijn en wijngaarden.
Wijn in de Romeinse tijd
De geschiedenis is doordrenkt van de wijn en alles wat daarmee te maken heeft. Zo waren de Romeinen actieve wijnheren en introduceerden ze de gestructureerde wijnbouw in Europa. Toch bleven de Romeinen niet de enige wijntelers. Vooral in de omgeving van Bordeaux ontplooide de wijnbouw zich destijds enorm. Het merendeel van deze wijngaarden was in handen van de Galliërs en daarmee werden ze gezien als concurrentie voor de Romeinse kolonisten. Keizer Domitianus greep in en liet de helft van de wijnstokken in deze (ons inmiddels bekende) streken uit de grond trekken.
Door de kwaliteit van hun wijnen werden de Galiërs een stap verder in de geschiedenis alsnog dé leverancier van de Romeinen. Het vervoeren van de wijnen vanuit Frankrijk naar de rest van het Romeinse rijk bracht nog wel wat uitdagingen met zich mee. Galiërs waren goede handwerksleiden en hebben de kar, eg en zelfs het wijnvat daarvoor uitgevonden. Na de stenen kruiken met alle trucjes om de wijn goed te houden, bleek het vat de enige échte bewaarmogelijkheid voor wijn.
De ontwikkelingen hebben niet stilgestaan, en hebben zo de wijn in fles die wij nu kennen voortgebracht. De laatste ontwikkeling is een kunstof kurk die de wijn beter en betrouwbaarder kan concerveren dan de natuurkurk.
Gelukkig blijft goede wijn een product van gepassioneerde wijnproducenten (zoals de Galiërs waren) en komt het voor uit een wijnrank met druiven. Als u ook weet hoe u úw wijn op de juist manier behandeld, dan zult u daarvoor extra beloond worden!