De volgorde van wijn tijdens een diner

wit-rood-of-roseAperitief

Voor een wijn als aperitief is het aan te raden om iets fris of droog te kiezen. Bewaar de zoete wijn voor het nagerecht, en neem in plaats daarvan een droge wijn of iets fruitig met citrustonen. Denk hierbij aan Champagne of een iets prijsvriendelijker alternatief zoals, Crémant, Cava, Limoux of Prosecco.

Voor de mensen die geen bubbels lusten, is een droge sherry of een Kir wijn een goede keuze (denk bijvoorbeeld aan Bourgogne Aligote). Een glas witte wijn kan natuurlijk ook.

Pas echter op met de hoeveelheid, want er moeten nog andere drankjes volgen en je gasten willen ook nog van de maaltijd kunnen genieten! Bouw een menu zo op dat je van fris en licht, naar vol en mollig gaat.

Wijn bij het voorgerecht

Begin bijvoorbeeld met Sauvignon wijn of de Chenin Blanc. Daarna kan erals tweede witte wijn gerust nog een Chardonnay worden opgediend. Afhankelijk van het gerecht kun je kiezen voor een iets zwaardere op hout gelagerde Chardonnay, of juist een jonge lichtere versie.

Indien er met rood vervolgd kies dan voor een jongere wijn bij het menu; oudere wijnen drink je beter zonder een gerecht. Naargelang de sterkte van je gerecht kies je voor een fruitig of eerder krachtig type. Begin je het menu met eendenlever of eendenmousse kies dan voor een licht zoete wijn, bij voorkeur geen Sauterne want dit is net iets te zwaar om mee te starten. Vergeet in ieder geval niet na de zoete wijn een bouillon of consommé te serveren om je smaak terug te neutraliseren. Na de bouillon kun je overigens gerust weer starten met een droge wijn.

Wijn bij het hoofdgerecht

Bij je keuze van de wijn mag je niet alleen rekening houden met het hoofdingrediënt want de saus of de garnituur (bijvoorbeeld wilde boschampignons) kunnen de smaak van het gerecht danig beïnvloeden, dat je soms een verkeerde keuze zou maken. Een gemakkelijk voorbeeld : Fazant op z’n Brabants of Fazant met wilde boschampignons. Bij de champignons mag je een krachtiger wijn serveren, want het gerecht met het witloof is al verzacht door een beetje room.

Als je een schotel hebt met zoveel verschillende smaken en ingrediënten dat je niet weet wat te kiezen zorg dan liever voor contrast dan voor harmonie.

Bereidingen met fruit krijgen liefst het gezelschap van zeer fruitige wijnen, volle warme wijnen. Die vindt je uiteraard het best in de jonge wijnen die uit een warme streek komen. Een fruitige Merlot uit Chili is bijvoorbeeld een veilige keuze.

Wijn bij het nagerecht

Zoete dessert’s waarderen een zoete wijn, je kan een chocolademousse het best met een Banyuls serveren en een gratin van rode vruchten met een rode Rivesaltes of een banyuls Ruby.