Als je zelf wijn wilt maken is het interessant om de verschillende fases te kennen waarin de druif zich bevind tijdens het groeiprocess
Fase 1: Floraison
De floraison is de bloei van een druif die plaatsvindt bij een temperatuur die al een aantal weken boven de 10 graden is. Vanaf het moment dat het kwik boven deze hoogte uitkomt, zullen de sapstromen gaan lopen door de plant en zal de plant eerst gaan uitbotten, vervolgen zullen er bladeren uitlopen en uiteindelijk zullen er kleine takjes komen waarop bloemetjes gevormd worden. Dit betekent dat de bloei is begonnen en dat het ongeveer 100 dagen duurt voordat de oogst kan beginnen. In deze periode is het belangrijk dat de plant veel water en voedingsstoffen krijgt om te groeien.
2. Nouaison
De vruchtzetting wordt ook wel Nouaison genoemd. In deze fase vormen er kleine besjes, die het begin zijn van de ontwikkeling van de druif. Het aantal uiteindelijk rijpe vruchten (druiven) is kleiner dan het aantal bevruchte bloemen. Een zeker deel van de bevruchte bloemen zetten vrucht, terwijl een ander deel geen vruchten zet of als kleine vrucht na 1 of 2 weken van het trosje valt. Dit noemen we Coulure ofwel, vruchtverlies door lage temperaturen, chlorose (door ijzertekort veroorzaakt) en/of gebrek aan fotosynthese (zonlicht). De Nouaison of de groene periode loopt van de vruchtzetting tot de verkleuring van de druif. Dit duurt ongeveer 25 tot 45 dagen na de vruchtzetting. Het is ook in deze periode belangrijk dat de druif veel water en voedingsstoffen krijgt om te groeien.
Fase 3: Veraison
De kleuromslag tekent het begin van de volgende fase: de veraison. De druif gaat rijpen en dat zie je op het moment dat de kleur verandert naar geel, rood, of blauw en de schil wordt zachter en dunner. De concentratie aan suikers nemen toe door middel van fotosynthese. In deze periode nemen de zuren tevens af doordat deze worden afgebroken, gedeelte door omzetting in suikers en gedeeltelijk door de celademhaling van de plant. Temperatuur en zonenergie is belangrijk in deze periode zodat er voldoende fotosynthese plaats vindt om de nodige suikers te ontwikkelen. Bij een volrijpe druif zijn onrijpe aromastoffen niet meer te ruiken of te proeven in de wijn en kan de wijnboer een correct glas wijn verkopen.
Eventuele vierde fase: Pourriture Noble
Soms laat men de druiven een proces van overrijping ondergaan. Tijdens deze fase kan de druif aangetast worden door de schimmel Botrytis Cinerea (Edelfaule), die de schillen van de druif poreus maakt. Hierdoor verdampt een groot deel van het vocht, neemt het gehalte aan pectinestoffen en glyserine toe, en zorgt het voor een grijzig grauwe kleur wat zelfs paars wordt. De druiven die in deze fase worden geplukt resulteren in het algemeen in zeer zoete wijnen, met een hoog alcoholpercentage. Dit kunnen bijvoorbeeld dessertwijnen zijn.